Afgezien van het feit dat ik illustrator ben, houd ik ook van schrijven (wat je misschien al wel begrepen had, aangezien ik deze blog graag up-to-date houd). In mijn dagelijks leven word ik vaak geconfronteerd met dingen waarvan ik denk ‘hier zou ik over moeten schrijven’. Niet in de vorm van een verslag, maar in de vorm van een column. Met dit in mijn achterhoofd en een ervaring die ik afgelopen maand had die ik graag met jullie wil delen, besloot ik een maandelijkse terugblik te schrijven, waarin ik voor columnist speel over een ervaring die ik die maand heb gehad. Meer lezen, minder plaatjes kijken. Voor de afwisseling. Klinkt goed? Mooi!
Deze week begin ik met een terugblik op maart, die helemaal in het teken staat van netwerkbijeenkomsten. Er is namelijk niets wat ik erger vind dan netwerkbijeenkomsten. Begrijp me niet verkeerd, sommige mensen zullen dit soort bijeenkomsten fantastisch vinden, maar voor mij werkt het niet. Dit zou iets te maken kunnen hebben met het feit dat ik ontzettend en volkomen sociaal ‘awkward’ ben. En al helemaal in een ruimte vol met mensen die ik niet ken. Ik houd niet van over mezelf praten (en waarom ik zo’n geweldige illustrator ben en waarom iedereen mijn werk zou moeten kopen en iedereen die dat nog niet heeft gedaan zich diep zou moeten schamen) en ik houd er niet van om mensen in hun gezicht te slaan met visitekaartjes. Yuk.
De netwerkbijeenkomst van deze maand was er echter één waar ik niet onderuit kon komen omdat één van mijn klanten genomineerd was voor een starters-trofee en hij me persoonlijk had uitgenodigd. Ik heb nooit overwogen om niet te gaan maar ik heb wel de nodige slapeloze nachten gehad over mijn sociale ‘awkwardness’ en alle rampen die deze karaktereigenschap met zich meebrengt. Maar hey: dit soort bijeenkomsten zouden goed moeten zijn voor mijn zelfvertrouwen (yeah, right!) en voor het uitbreiden van mijn netwerk (uuuhh…), dus toen de avond daar was raapte ik al mijn moed bij elkaar. En ik ging.
Nou MOET ik gewoon even een stukje van mijn interne dialoog met jullie delen die ik had toen ik bij het evenement aankwam. Daar gaan we dan (het is een hoop om te verwerken, daar ben ik mij van bewust, op voorhand mijn excuses): ‘Okay, ik ben er, waar moet ik in vredesnaam naartoe? Oh, de ‘Rembrandt-zaal’, okay en waar is die? Oh, blijkbaar op de vijfde verdieping. Moet ik echt met de lift, want ik ben bang voor liften en straks ga ik flippen. Wacht, ik BEN al aan het flippen. En aangezien ik niet geheel bezweet op de vijfde verdieping kan aankomen omdat ik zonodig met de trap moest ga ik maar met de lift. Lift it is! Dit is serieus de langzaamste lift waar ik ooit in heb gestaan. Ik hoop dat hij vast komt te zitten, dan heb ik een goed excuus om hier niet naartoe te hoeven. Nee, vast komen te zitten is waarschijnlijk nog enger dan deze bijeenkomst. Oh, ik ben er. Okay, waar kan ik mijn jas ophangen? Oh, er staat een kapstok voor mijn neus. Hij ziet er nogal onstabiel uit, straks hang ik mijn jas op en stort het hele ding in. Misschien moet ik mijn jas maar aanhouden. Nee, het is hier bloedheet, ik doe hem uit. Ik gebruik mijn stoel wel als kapstok. Eens kijken wie er allemaal zijn.’
Dit was slechts ter illustratie van wat ik zoal denk tijdens dergelijke evenementen (en dit besloeg nog maar de eerste tien minuten van de avond!). Ik bespaar jullie de details van mijn interne dialoog gedurende de rest van de bijeenkomst, maar ik kan met enige zekerheid zeggen dat ik de ‘Bridget Jones’ van Tilburg ben als het aankomt op interne dialogen en gesprekken voeren met onbekenden. Alleen worden over mij geen films gemaakt (thank God!). Uiteindelijk vond ik, na een enorm ‘awkward’ half-uur waarop ik eenzaam op een stoel om me heen zat te kijken, een gesprekspartner.
– For your info; je moet weten dat deze bijeenkomst georganiseerd werd door een niet nader te noemen ondernemersvereniging, waarvan ik (tot ik wist waar de afkorting waaruit de naam bestaat voor stond) dacht dat het een studentenvereniging was. Oeps. –
In een poging het ijs te breken tussen mij en mijn nieuwe ‘buddy’ vertelde ik dat ik nog nooooooit van de ondernemersvereniging had gehoord en dat ik tot vanavond dacht dat het een studentenvereniging was en ik deed alsof ik dit intens grappig vond. Mijn gesprekspartner vroeg mij of ik ondernemer was en ik vertelde (erg beknopt, immers praat ik niet graag over mezelf) wat ik doe in het dagelijks leven. Hierna stelde ik hem dezelfde vraag, waarop hij antwoordde dat hij eigenlijk altijd ondernemer is geweest, maar dat hij sinds een paar jaar penningmeester is van de ondernemersvereniging die deze betreffende avond organiseerde. Oh. Ja natuurlijk. Geweldig. Dat is echt fantastisch!
En terwijl ik naar een groot gat in de grond zocht waarin ik heel onopvallend kon verdwijnen beloofde ik mijzelf plechtig:
Geen netwerkbijeenkomsten meer voor mij. Nooit meer.
P.S.: De kapstok is gedurende de avond ook ECHT ingestort, HA!
Let’s start with a recap of march, which is all about network meetings. There is nothing I hate more than network meetings. Now don’t get me wrong, they may work for some people, but for me they just don’t. This might have something to do with the fact that I’m absolutely and utterly socially awkward. Especially around loads of people that I don’t know. I don’t like talking about myself or my work and I don’t like slapping business cards into people’s faces. Ugh.
This month’s network meeting, however, was unavoidable because one of my clients was nominated for an entrepreneur’s award and he invited me to come. I never considered not going. I did get, however, the occasional sleepless night over my social awkwardness and the disasters this characteristic comes with.
But hey, these kind of events are supposed to be good for my self-confidence (yeah, right!) and for expanding my network (uuuhh…), so when the evening was there, I went.
Now, I just HAVE to walk you through my inner dialogue when arriving at the venue, here we go (it’s a lot to take in, I get that, my apologies in advance): ‘Okay, so I’m here, now where the hell do I go? Oh, the ‘Rembrandt-room’, okay where do I find that? Oh, it appears to be on the fifth floor. Do I really have to take the elevator, because elevators really freak me out. Wait I already AM freaking out. But since I can’t make an appearance on the fifth floor being al sweaty because I took the stairs five floors up, I guess I’ll go with the elevator anyway. Elevator it is! This elevator is seriously the slowest elevator I’ve ever been in. I hope it gets stuck because that would give me a great excuse not to go to this meeting. No, getting stuck might be even more terrifying than attending this meeting. Oh look, I’m here. Okay, where do I hang my coat? Oh, there’s a coat-hanger right there. It looks kind of rickety, what if I hang my coat and the whole coat-hanger-thing collapses? Maybe I should keep my coat on. No, it’s way too hot in here for that, I’ll take it off. I’ll use my chair as a coat hanger. Let’s have a look at who’s here’.
That was just to illustrate what I am thinking during an event like this (and this was only the first ten minutes!). I’ll spare you the details of the rest of my inner dialogue that night, but let me just say I’m Tilburg’s ‘Bridget Jones’ when it comes to talking to strangers and inner dialogue. However, after sitting in a chair being awkward for half an hour I finally found someone I could talk to.
– F.Y.I.: This event was hosted by an entrepreneur’s society (whose name I will not mention here), which (until I knew what the abbreviation the name consists of meant) I thought to be a student association. Whoops. –
In an attempt to break the ice with my new ‘bud’ I told him that I had never heard of the entrepreneur’s society before in my life and that I thought that it was the fraternity I assumed it to be and pretending to find this very funny. My new friend asked me if I was an entrepreneur and so I told him (very briefly, though, since I don’t like talking about myself) what I do for a living. After this I returned the question to which he answered that he used to be an entrepreneur but that he was now the treasurer of the society that hosted this event. Oh. Yeah. Sure. Awesome. That is just great!
And while I was looking for a hole in the ground into which I could disappear unnoticed, I solemnly swore to myself:
No more of these events. Ever.
P.S: The coat hanger actually DID collapse during the evening, HA!